Een van de snelst stijgende chronische ziekten van deze tijd
is diabetes type2. Net als bij hart- en vaatziekten, obesitas, en diverse
vormen van kanker is leefstijl ook op diabetes type2 van grote invloed.
Onderzoekers van het Erasmus MC berekenden dat 1 op 3 van de huidige
volwassenen diabetes krijgt. In Nederland worden tal van initiatieven op touw
gezet om het tij te keren. In deze rubriek vertellen diverse betrokkenen over
het initiatief waar zij hun schouders onder zetten. ‘Als je zelf ervaren hebt
wat beweging kan doen met je gezondheid, dan ga je het verschil zien. Het is de
kunst om mensen zover te krijgen’, zegt Jeroen Flim, programmamanager van de
Nationale Diabetes Challenge (NDC), een initiatief van de Bas van de Goor
Foundation. Het is de missie van deze stichting om het leven van mensen
met diabetes te verbeteren door middel van sport en beweging. In 2017 lukte het
de NDC om meer dan 3.200 deelnemers uit 162 locaties in beweging te krijgen. Met
duidelijke resultaten. ‘Want bewegen is eigenlijk een gratis medicijn’, aldus
Flim.
Bas van de Goor is een voormalig topvolleyballer die in 1996
Olympisch goud won in Atlanta. De sporter werd in 2003, nog tijdens zijn
actieve carrière, gediagnosticeerd met diabetes type1. Hij ondervond dat zijn
insulinebehoefte verdubbelde toen hij door een blessure tijdelijk niet kon
sporten. De volleyballer kreeg steeds meer vragen over hoe zijn sport te
combineren viel met zijn aandoening, en dat leidde tot de oprichting van de Bas van de Goor Foundation (BvdGF) in 2006.
De BvdGF initieerde uitdagingen zoals de beklimming van de
Kilimanjaro door diabetespatiënten of een wandeltraining van 9 maanden met als
afsluiting een voettocht door IJsland. ‘We
hebben met de IJslandchallenge niet enkel onderzoek gedaan naar zelfmanagement
en zelfredzaamheid, maar ook gekeken naar wat er fysiek veranderde.’ Wat eerder
al was gesignaleerd, werd nu wetenschappelijk bevestigd: insuline of orale
medicatie gaat veel beter werken wanneer je actief bezig bent.
|
Een lokale wandelgroep in 2017 |
Dat dit geen
topsport of een avontuurlijke voettocht hoeft te zijn, werd bevestigd door een
parallel traject georganiseerd vanuit het gezondheidscentrum De Nije Veste in Nijkerk,
waarbij 20 deelnemers eenzelfde wandeltraining als de IJslandgangers aanhielden,
met als afsluiting een lokale wandelvierdaagse. In 2015 werd dit uitgerold naar
15 locaties, een jaar later vertrok het initiatief vanuit 120 locaties, en in
2017 telde het evenement (20 weken wandelen en aan het eind een
wandelvierdaagse met een landelijke afsluiting) 3.277 deelnemers vanuit 162
locaties.
Sociale contacten
‘Mensen die in het begin moeite hadden met 100 meter
wandelen, konden op het eind tijdens de centrale afsluiting (in 2016 door de Kroondomeinen van Paleis het Loo, en in 2017 op Sportcentrum Papendal, red.) 5
kilometer wandelen. Ze hebben een complete metamorfose ondergaan op het gebied
van leefstijl en gezondheid.’ Zo had in het begin 23,3 % van de deelnemers last
van een depressie, en achteraf was dat aantal gezakt tot 13,1 %. Ook wijst het
onderzoek uit dat het aantal stappen toenam: van 2 à 3 duizend naar 9 à 10
duizend stappen per dag. De algemene conditie verbeterde dus zienderogen. Opvallend
aan de cijfers die de rapportage laat zien, is dat wie er het slechtst aan toe
was in het begin, achteraf het meeste gezondheidsvoordeel ondervindt.
|
Deelnemers zijn beretrots op hun prestatie tijdens de afsluiting |
‘Wij
waren natuurlijk heel benieuwd naar hoe dat na die 20 weken zou gaan. Maar nu
blijkt dat 90 % van de deelnemers actief blijft wandelen. Daarvan is de helft nog
steeds aangesloten bij dezelfde groep, dus dat betekent ook dat er ontzettend
veel sociale contacten zijn ontstaan. Als iemand drie weken achter elkaar niet
komt, vragen de anderen:
Waar was je?’
Een van de deelnemers ging in het voorjaar van 2016 in Apeldoorn achter een
rollator van start. ‘Met veel pijn en moeite, maar hij heeft het traject in 20
weken afgerond. Tijdens het congres in november kwam hij op het podium om te vertellen
over zijn ervaringen, nog steeds met zijn rollator, maar als een ambassadeur
voor de NDC omdat hij er zoveel voordeel van had.’ Bij de herstart van het
project, in april 2017, ontving Flim een mailtje van hem
: Ik heb doorgewandeld van november tot nu, en loop inmiddels zonder
rollator. ‘Dat wil niet zeggen dat dit voor iedereen geldt, maar het geeft
wel aan dat iedereen regie over zijn eigen gezondheid kan nemen.'
Drempels wegnemen
‘Als je zelf ervaren hebt wat beweging kan doen met je
gezondheid, dan ga je het verschil zien. Het is de kunst om mensen zover te
krijgen’, aldus Flim. Waar vele partijen moeite hebben om mensen met een
chronische aandoening in beweging te brengen, lukt het de zorgprofessional blijkbaar
wel. ‘Met onder meer een volledig draaiboek, communicatiemateriaal, en een
ondersteunende website willen we de drempels voor de zorgprofessionals zoveel
mogelijk wegnemen. Want die groep moet al zoveel. We willen het vooral ‘leuk’
maken voor professionals om op een andere manier zorg te verlenen. Daarom
gebruiken wij ook vaak de kreet: wandelen is behandelen.’
Er is – ook binnen de groep van zorgprofessionals – nogal
wat weerstand tegen deze andere patiëntbenadering. Het vraagt volgens Flim een andere manier van
denken. ‘De flyer van de sportschool die
een huisarts aan het einde van zijn consult - samen met het advies meer te gaan
bewegen - soms meegeeft met de prille
diabetespatiënt belandt bij 90 % van de mensen in de prullenbak. Maar als die
huisarts zegt: “Ik ga volgende week woensdag wandelen, kom jij ook mee?” Dat is
een uitnodiging die werkt. Je
gaat je tijd efficiënter indelen. Je hebt blijere, gezondere mensen in je
bestand en je hoeft niet meer te trekken aan een dood paard.’ De NDC ziet de
positieve resultaten van het onderzoek. Daarnaast zijn er de bevindingen van de
deelnemende zorgprofessionals: ze leren de patiënt op een andere manier kennen,
het gesprek verandert en ze kunnen daardoor beter inspelen op de behoeften van
de patiënt.
Maatschappelijke verantwoordelijkheid
Flim is voorstander om dit soort initiatieven als onderdeel
van de behandeling te zien. ‘Op het moment dat iemand ziek is, gaan we een
beloning uitzetten voor de behandeling, maar er is geen beloning om te
voorkomen dat iemand ziek wordt. Dat is bijvoorbeeld in Cuba beter geregeld;
zorgwerkers gaan daar de wijk in om de mensen te helpen om een betere leefstijl
te krijgen. Een soort screeningstraject voor iemand überhaupt bij de huisarts
terecht komt.’ De programmamanager ziet wel een kentering ontstaan. Er komt
meer focus op leefstijl en gezondheid. Zo ziet hij de rondetafelgesprekken die
staatssecretaris Paul Blokhuis (VWS) houdt in voorbereiding op het Nationaal
Preventieakkoord als een stap in de goede richting. ‘De grote uitdaging van dit
moment is om samen met de andere initiatieven die er zijn op gebied van
leefstijl, met zorgverzekeraars, zorgprofessionals, sportdeskundigen en met de
overheid allemaal dezelfde kant op te gaan.’ Niet enkel onderstreept hij de maatschappelijke
verantwoordelijkheid, maar hij wijst ook op het maatschappelijk belang. ‘Wij
zien dat onze laagdrempelige aanpak ook werkt in aandachtswijken.’ (*)
Het is duidelijk dat het eindevenement indruk op hem heeft
gemaakt: ‘Ik heb zelf diabetes type1, en een aantal sportieve uitdagingen
volbracht. En dat is individueel fantastisch. Maar als je ziet dat mensen, die
20 weken geleden nog helemaal niets met bewegen hadden, daar vol trots hun
medaille van de 5 km komen ophalen, en zeggen dat hun leven compleet veranderd
is… daar krijg ik kippenvel van.’
|
NDC Festival 2017 |
Hij wil benadrukken dat je geen topsport hoeft
te doen of lange afstanden afleggen om daar een verschil in te maken. Het gaat
om dagelijkse dingen. ‘Ik ben ervan overtuigd dat iedereen vanbinnen graag de
energie wil hebben om leuke dingen te doen. Dat kan als je die energie opwekt
bij jezelf door actief te leven. Dan worden alledaagse dingen zoals met de
kleinkinderen spelen, de trap oplopen of in de tuin actief zijn, een stuk
makkelijker. Dat is gewoon fantastisch!’
(*) Volgens Pharos, Expertiesecentrum inGezondheidsverschillen, komt diabetes type2 in Westerse landen meer voor onder
niet-Westerse migranten, mensen met een lage sociaal-economische status en
mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden.
Foto's: NDC
Reacties
Een reactie posten